Waarom moet de diagnose ontwikkelingsdysfasie multidisciplinair gesteld worden?

Ontwikkelingsdysfasie is in se een logopedische problematiek die zich kenmerkt door een ernstig verstoorde taalontwikkeling waarbij de spraak- en taalproblemen zeer hardnekkig zijn en niet toe te schrijven zijn aan een beperkt niveau van cognitief functioneren, een gehoorverlies of een zichtbaar neurologisch letsel. Om dit laatste na te gaan is multidisciplinaire samenwerking nodig.

De logopedist die de leerling kent van de logopedische therapie schat in de eerste plaats de ernst en eigenheid van de taalproblematiek in.

Bij het stellen van de diagnose ontwikkelingsdysfasie is het vervolgens essentieel dat een gehoorstoornis kan uitgesloten worden. Om die reden is het laten opmaken van een recent audiogram door een audioloog of NKO-arts een noodzakelijke voorwaarde om de diagnose te kunnen stellen.

Een neuroloog kan de logopedist helpen om uit te sluiten dat de taalproblemen te wijten zijn aan een neurologisch letsel. 

Omdat een aantal kenmerken van ontwikkelingsdysfasie niet zo makkelijk te onderscheiden zijn van de kenmerken van een ontwikkelingsstoornis, zoals bijvoorbeeld ASS, kan het in bepaalde situaties aangewezen zijn om ook een kinderpsychiater te betrekken. Je vindt hier meer over in het theoretisch deel van het protocol onder Comorbiditeit en differentiaaldiagnose (p 69).

Voor meer duiding bij de criteria type 7 spraak- of taalstoornis binnen het M-decreet verwijzen we naar het document ‘Aanvulling Protocollen Diagnostiek in het M-decreet’.  Meer uitleg over de diagnostische criteria van ontwikkelingsdysfasie is terug te vinden in onze tekst – Aanvulling Protocol Spraak & Taal : Criteria Ontwikkelingsdysfasie (OD) en Kinderafasie (ook opgenomen als een Kort&Krachtig bij Caleidoscoop jg.28 nr.6)