Kan er bij een vraag naar dyslexie beroep worden gedaan op het CLB?

Toon zit in het zesde leerjaar. Sinds het eerste leerjaar gaat leren lezen en spellen moeilijk. Toons school beschikt over een goed uitgebouwd zorgbeleid. Ondanks de inspanningen in brede basiszorg en verhoogde zorg blijft Toon moeizaam lezen en spellen. Toon volgde nooit logopedie omdat dit voor de ouders niet haalbaar was. Toon, zijn ouders en het zorgteam vragen zich af of Toon dyslexie heeft. Kunnen ze hiervoor beroep doen op het CLB?

Ja, dyslexie en dyscalculie zijn diagnoses die het CLB kan stellen. Tijdens het hele HGD-traject ligt de nadruk op wat de leerling nodig heeft om zo goed mogelijk te ontwikkelen en te functioneren. Onderkennende hulpvragen zoals ‘Heeft deze leerling dyslexie?’ neemt het CLB-team verder in het HGD-traject mee in de mate dat deze kunnen helpen bij het formuleren van de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling. Alvorens de vraag of de leerling dyslexie heeft als hulpvraag mee te nemen, reflecteert het CLB-team over de relevantie van onderzoek hiernaar en de mogelijke voor- en nadelen ervan. Een als-danredenering helpt om te blijven focussen op de handelingsgerichtheid van het traject: ‘Als we weten dat deze leerling dyslexie heeft, dan…’ maar ook ‘Als we weten dat deze leerling geen dyslexie heeft, dan…’

Soms betekent een diagnose dyslexie erkenning van de ernst en hardnekkigheid van de lees- en spellingproblemen. Toon bijvoorbeeld vraagt zich af waarom hij ondanks alle inspanning er toch niet in slaagt om vlot te lezen en correct te spellen. Hij wil weten of hij dyslexie heeft. Dit kan voor hem een stap zijn in het leren aanvaarden van zijn beperkingen en het leren inzetten van zijn sterktes en compenserende vaardigheden. Maar wat als na onderzoek blijkt dat Toon geen dyslexie heeft? Toon zal dan ook zijn beperkingen moeten leren aanvaarden en zijn sterktes en compenserende vaardigheden moeten leren inzetten. Wat Toon hierbij kan helpen, is zeker een essentiële vraag om mee te nemen in het HGD-traject.