Is het mogelijk om een leerling uit het secundair onderwijs te diagnosticeren met dyscalculie wanneer er in het verleden nooit rekentherapie of taakgerichte ondersteuning voor rekenen is geweest?

Louise zit in het 2de middelbaar. Uit CLB-onderzoek blijkt dat Louise voldoet aan het ernst- en aan het exclusiecriterium van de diagnose dyscalculie. Louise heeft echter nog nooit rekentherapie of schoolse extra ondersteuning voor rekenen gehad. Is er voldaan aan het hardnekkigheidscriterium? Kan je de zovele jaren kwaliteitsvol onderwijs interpreteren als remediëring?

In de toelichting van de criteria vind je bij het hardnekkigheids-/resistentiecriterium (zie theoretisch deel 5.3 Classificatie - categoriale classificatie, p 99): “Vanaf de 2e graad secundair onderwijs wordt het resistentiecriterium milder gehanteerd aangezien leerlingen doorgaans voldoende wiskunde-aanbod hebben gekregen.” Het hardnekkigheidscriterium valt dus niet weg maar zes maanden intensieve remediëring is geen voorwaarde meer. Dit milder interpreteren ligt in handen van de diagnosticus / het CLB-team. We raden aan om dit te beoordelen op basis van analyse CLB-dossier en leerlingendossier school, verdiepende gesprek(ken), observatie, aanpak uitproberen en effect nagaan.
In de eerste graad secundair onderwijs raden we aan om nog op remediëring inzetten vooraleer een diagnose te stellen (Dit hoeft niet bij een rekentherapeute te zijn.).

Adviseren we Louise best om remediëring te volgen?

Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat zelfs bij 13- tot 14 jarigen met dyscalculie remediëring nog vooruitgang voor rekenen kan geven.[1] Voor de 1e graad van het secundair onderwijs vertrekken we van het uitgangspunt om niet te vlug te stoppen met remediëren of mogelijk nog remediëring op te starten (naast het toepassen van compensatie en eventueel dispensatie). De motivatie van de leerling en de wijze waarop de remediëring georganiseerd wordt (op een aanvaardbare manier zodat het schools zelfbeeld van de jongere niet bedreigd wordt) zullen echter mee bepalen in welke mate remediëring nog haalbaar is voor de jongere.

 

[1] Manalo, Bunnell en Stillman, 2000 in Desoete A. en Van Vreckem Ch., ‘Eénmaal dyscalculie, altijd dyscalculie? Nut en effectiviteit van behandelingen voor rekenstoornissen’, Logopedie, 25 (nov-dec  bijlage), VVL, 2012, pp. 69-84 en p.76.